Taekwondo is een Koreaanse krijgskunst die ontstaan is in het eeuwenoude Korea.
Het moderne taekwondo is uitgegroeid tot een spectaculaire olympische sport. In 1988 op de olympische spelen te Seoul in Zuid-Korea was taekwondo voor de eerste maal te zien als demonstratiesport. De buitenwereld werd compleet verrast door een gigantische demonstratie, uitgevoerd door duizenden taekwondo meesters tijdens de openingsceremonie in het olypisch stadium van Seoul.
De bouwstenen van taekwondo zijn kibon, poomsae, kyorugi, Hoshinsul en kyokpa. Hieronder volgt een korte beschrijving van deze onderdelen.
Kibon dongjak (basistechnieken):
Kibon dongjak zijn blokkeringen, stoten, slagen, trappen en standen die de taekwondo-in traint zonder partner.
Er zijn 14 taekwondo technieken geselecteerd die beschouwd worden als de basisbewegingen van taekwondo. Zij moeten correct en perfect getraind worden. Op deze manier krijgt men beter inzicht in de moeilijkere technieken en toepassingen, de student krijgt een goede basis voor alle aspecten van taekwondo.
Poomsae (individuele technische oefeningen):
In totaal zijn er 17 Poomsae. Deze zijn als volgt ingedeeld: taeguk 1 tot en met 8 voor keubgraden (gekleurde gordels). Poomsae 9 tot en met 17 voor dangraden (zwarte gordels)
In poomsae zitten alle taekwondo technieken verwerkt volgens een patroon. Balans, snelheid, kracht en ademhaling zijn zaken die getraind worden. Naast het technische aspect dient poomsae ook om zich mentaal op een hoger niveau te brengen, het is mentale training. Indien je poomsae vaak traint zal het bijdragen tot een goede concentratie en de innerlijke kracht (ki) wordt versterkt door o.a. de juiste ademhaling te gebruiken. In Korea traint het nationale sparringsteam dagelijks poomsae als een vorm van meditatie en mentale training.
Kyorugi (sparring):
Kyorugi wordt opgedeeld in verschillende vormen:
Driestaps-tweestaps-en éénstapsgevecht. De oefeningen worden uitgevoerd volgens vaste aanvals -en verdedigingspatronen met partner. Door deze bewegingen op een statische manier uit te voeren leer je afstand inschatten en krijg je controle over je bewegingen en ruitelijk inzicht. Deze vorm van taekwondo wordt in het moderne taekwondo echter minder getraind. Taekwondo is onder invloed van de olympische spelen geëvolueerd tot een moderne wedstrijdsport.
Bij wedstrijdsparring dragen beide kampers bescherming. Helm, romp, arm, been, tand en kruisbeschermers horen bij de uitrusting. de deelnemers kunnen punten scoren door te trappen of stoten met contact. Strafpunten worden gegeven oindien er niet-reglementaire technieken uitgevoerd worden zoals b.v. trappen onder de gordel, stoten naar het gezicht en vastnemen.
Kyokpa (breektechniek met hout of ander materiaal):
Kyokpa is een onderdeel dat je veel ziet op taekwondo demonstraties. Planken, stenen en dakpannen worden gebroken met spectaculaire taekwondo technieken. Aan de hand van deze breektesten kunnen we het technische niveau zien. Als een techniek goed is uitgevoerd en de taekwondo-in beschikt over goede ki (innerlijke kracht), breekt het voorwerp.
Bij de hogere graden moeten kandidaten op hun examen kyokpa uitvoeren om over te gaan naar een hogere graad.
Hoshinsul (zelfverdediging):
Bij hoshinsul wordt gebruik gemaakt van alle taekwondotechnieken en er zijn geen regels. Stoten, trappen, klemmen en werpentechnieken kunnen toegepast worden indien men wordt aangevallen door een agressor met of zonder wapen.